dinsdag 20 november 2012

Dader in het zonnetje


Ik was niet van plan om dit stukje te schrijven. Maar het bleef me bezighouden: een artikel in het Dagblad van het Noorden over de vermeende dader van de moord op Marianne Vaatstra. De auteur heeft het standpunt van deze man gekozen als invalshoek. Waarom hij gezwegen zou hebben over de moord en hoe moeilijk dat wel niet was. Oordeel van een psychiater: het is héél moeilijk om over zoiets te zwijgen. Jee, wat naar voor zo'n dader, zeg. En daar heeft-ie al die jaren mee rondgelopen?

Hallo. HALLO! Waar gaat dit over? We praten hier over het verkrachten en vermoorden van een kind in de bloei van haar leven. Om vervolgens ook nog de ouders jarenlang te beletten om zoiets afschuwelijks te verwerken, doordat ze geen idee hebben wat er is gebeurd. Als je zo'n artikel schrijft, hoe kom je dan ooit op het idee om de (vermeende) dader van zo'n ernstig en onvergeeflijk misdrijf ook maar 1 letter aan aandacht te geven? Hoe háál je het in je bolle hoofd!

"Nou, het is toch wel leuk om zoiets eens van een andere kant te bekijken?" Nee. Dat is het niet. Bij zo'n misdrijf is er geen "leuk"; er is alleen maar feitelijke berichtgeving. Saai? Misschien wel. Maar het is al erg genoeg. Dan moet je geen "verfrissende" invalshoek kiezen. En je moet zéker een vermeende dader geen aandacht geven. Misschien kunnen we ook nog een boek over hem schrijven. En een film maken over zijn leven. Dat hij het ook niet makkelijk had en dat het allemaal per ongeluk ging.

NEE! Nee, nee, nee. Doodzwijgen moet je zo iemand. Al was het alleen maar uit respect voor de slachtoffers.

zondag 4 november 2012

Tutoyeren en vousvoyeren

In sommige situaties word je met "u" aangesproken en in andere situaties wordt u met "je" aangesproken. Uiteraard is dat niet alleen van de situatie, maar ook van de gesprekspartner afhankelijk.

De twee aanspreekvormen kunnen verschillende reacties oproepen, afhankelijk van de fase waarin je je bevindt. Ik denk dat er vier fasen zijn, die elkaar in het leven opvolgen.

Fase 0

Fase 0 is niet zo interessant. Hij begint bij de geboorte en duurt voort zolang je met "je" wordt aangesproken. Je vindt dat heel gewoon en denkt er dus niet over na.

Fase 1

Fase 1 is veel leuker: deze fase begint als iemand voor het eerst "u" tegen je zegt. "Wauw", denk je dan, "ik heb het gemaakt!". Je krijgt het respect van een volwassene en vindt dat niet meer dan terecht. Daarna gaat het af en toe nog wel eens mis, maar langzamerhand kun je eraan gaan wennen: je bent een "u" geworden.

Fase 2

Het begin van Fase 2 is nooit duidelijk. Je wordt nog altijd met "u" aangesproken, maar je voelt je af en toe een beetje oud. Stilletjes ontstaat de wens dat men je vaker als een "je" inschat.

Fase 3

En dan Fase 3. Je voelt je nu echt oud en de omgeving twijfelt daar ook niet meer aan. Het respect is langzaam weggevloeid en je hoort ineens iemand zeggen: "Ga jij eens effe aan de kant, opa!"

Wat te doen?

De laatste fase kan slechts met veel doorzettingsvermogen en geduld worden tegengegaan en wel door middel van de opvoeding. Graag citeer ik een bekende Nederlandse band, die in de jaren tachtig zong:
Spreek met twee woorden,
stel je netjes voor,
eet zoals het hoort
en zeg "U"!