zondag 21 oktober 2012

Toekomstige valkuilen


Veel mensen wagen zich aan het voorspellen van de toekomst. Erwin Kroll beperkte zich meestal tot het duiden van de meteorologische situatie over één of meer dagen. Maar anderen denken jaren vooruit.

Het is vermakelijk om te zien dat het daarbij altijd misgaat. Want of het nu sciencefiction-schrijvers zijn of zelfbenoemde experts op het gebied van technologie, ze maken één grote fout: uitgaan van de wereld van nu.

Het is een leuke bezigheid: neem de situatie zoals we die kennen en verzin wat er over 5, 15 of 50 jaar veranderd kan zijn. Als je het voorspellen van de toekomst op deze manier benadert, kun je jezelf makkelijk teveel beperken en bijvoorbeeld gaan verzinnen hoe auto's er dan uitzien of hoe groot televisies zullen zijn. Want het is veel lastiger om te bedenken welke nieuwe typen producten er zullen komen en op welke onverwachte manieren onze huidige producten verder ontwikkeld zullen worden. Vaag? Een voorbeeldje dan.

Halverwege de vorige eeuw, toen televisie de wereld aan het veroveren was, droomde men over telefoons met een ingebouwde televisie, of televisies met een ingebouwde telefoon. Dat was helemaal niet onlogisch. De telefoon bestond al veel langer en met de komst van de TV zouden we niet alleen met elkaar kunnen praten op afstand, maar elkaar ook kunnen zien. En dat we nu voor deze manier van communiceren geen gebruik maken van telefoons met een draaischijf of televisies met een dikke beeldbuis, maar "gewoon" een laptop of smartphone pakken, had niemand kunnen voorzien.

Een ander voorbeeld? Het huis van de toekomst. Daar hebben verschillende mensen verschillende ideeën over, maar ze zijn het waarschijnlijk eens over het gemak waarmee de apparaten in huis kunnen worden bediend en gecontroleerd. Maar dat we de koppeling van die apparaten het liefst via Wi-Fi tot stand brengen zodat we geen kabels door het hele huis hoeven te leggen, had de vorige generatie vast niet bedacht. Laat staan dat we die apparatuur ook nog eens graag via internet zouden willen bedienen.

Overigens kun je ook te veel voorspellen. Het magische jaar 2000 ligt bijvoorbeeld al ver achter ons en de vliegende auto die velen rond deze tijd hadden verwacht is niet echt "van de grond gekomen".

Kortom: de toekomst voorspellen is moeilijker dan het lijkt. Denk daar maar aan als er weer eens een collega bij de koffieautomaat of een familielid op een verjaardag zegt: "Over 5 tot 10 jaar, hè..."

Lunchtijd: Automatisch terug naar het beginscherm


Sommige producten lijken haastklussen van de ontwerper. Alsof er collega's voor de deur stonden, die vroegen: "Ga je mee lunchen?", waarop het antwoord dan moet zijn geweest: "Ja, ik kom eraan; ik ontwerp nog even dit!"

Onder de naam "Lunchtijd" behandel ik producten die nèt iets te weinig aandacht hebben gekregen.

Apparaten die automatisch terugkeren naar het beginscherm

Stel dat je door het menu van een telefoon, navigatiesysteem of ander apparaat bladert en dan wordt afgeleid. Je legt het apparaat weg en richt de aandacht op iets anders. Kennelijk zijn er fabrikanten die vinden dat zo'n weggelegd apparaat dan onder geen beding het half doorzochte menu mag onthouden. Nee, het apparaat moet naar het beginscherm terugkeren en wel zo snel mogelijk!

Ik kan voor deze ontwerpkronkel maar één argument bedenken en dat is dat iemand anders die iets met het "in de steek gelaten" apparaat wil doen misschien in verwarring is als hij of zij niet het beginscherm aantreft.

Maar als je zelf het apparaat weer ter hand neemt, dan helpt het je dus niet herinneren waar je was gebleven. En dat is niet alleen irritant, maar ook heel vreemd. Want een boek dat je opengeslagen (met de kaft naar boven) weglegt tref je toch ook weer op dezelfde pagina opengeslagen aan? En als je bij een ladekastje terugkomt, waarvan je het derde laatje van boven had opengelaten, dan staat dat toch nog steeds open?

De irritatie van de oorspronkelijke gebruiker die het apparaat niet in dezelfde staat aantreft lijkt mij veel groter dan de eventuele verwarring van een andere gebruiker die iets met het apparaat wil doen. En bovendien zijn er om het "probleem" van die verwarring weg te nemen eenvoudige oplossingen, zoals een prominente knop met "Home" of "Start", die je met een schone lei laat beginnen.

Ik geef nog twee voorbeelden van het effect van deze rare ontwerpbeslissing. Bij een vaste telefoon viel het me op toen ik een gebeld telefoonnummer wilde vergelijken met een nummer dat ik in mijn mobiele telefoon had staan. Ik had beide toestellen naast elkaar liggen en begon de cijfers te vergelijken. Ik werd kort afgeleid en toen ik weer naar de schermpjes keek, toonde het vaste toestel het beginscherm. In plaats van de overige cijfers te vergelijken, moest ik dus eerst het nummer weer opzoeken en vervolgens opnieuw gaan vergelijken.

Veel sterker nog is dit effect bij het navigatiesysteem in mijn auto. Je moet natuurlijk niet tijdens het rijden een adres invoeren. Dat doe je voordat je vertrekt. In theorie. In de praktijk doe ik dat echter wèl tijdens het rijden. En dat gaat best goed: met de stuurbediening voer ik de plaatsnaam in, dan de straat en het nummer en vervolgens kan ik kiezen tussen de snelste en de kortste route (die keuze is altijd de knop "OK"). Bij elk van die stappen kun je worden afgeleid doordat je bijvoorbeeld op het verkeer moet letten. Maar wacht je te lang met invoeren, dan heb je pech en moet alles opnieuw.

Dat is onvoorstelbaar. Ten eerste is de wachttijd heel kort: als je een druk kruispunt moet oversteken, dan maak je geen schijn van kans. Voordat je ogen weer aandacht voor het scherm hebben, heeft de navigator al besloten dat het tijd is om terug te keren naar het beginscherm. En denk maar niet dat de zojuist ingevoerde gegevens er nog staan, hoor. Dat zou verwarrend kunnen zijn! Op deze manier wordt je aandacht dus van het verkeer weggetrokken en word je een slaaf van het systeem, in plaats van omgekeerd.

En tot slot het tweede punt (waar ik een heel artikel aan zou kunnen wijden): na het invoeren van de gegevens krijg je iedere keer een scherm te zien met daarop een waarschuwing dat je niet blindelings op een navigatiesysteem moet vertrouwen, of soortgelijke neerbuigendheid. Uiteraard dien je dan "OK" in te voeren. Het is altijd de laatste, sterk geforceerde en compleet overbodige stap bij het invoeren van de bestemming.

En nu komt het: toen ik tijdens druk verkeer achtereenvolgens een plaatsnaam had ingevoerd, de juiste straat had gekozen uit een lijstje met sterk gelijkende namen, het goede nummer had gekozen in deze lange straat èn "OK" had gezegd tegen de snelste of de korte route, richtte ik mijn aandacht opgelucht en tevreden weer op het verkeer. Even later keek ik naar het scherm om te zien hoelang de rit nog zou duren; net op tijd om nog een glimp op te vangen van de neerbuigende waarschuwing, voordat deze verdween en het beginscherm weer tevoorschijn kwam.

Lunchtijd: USB-sticks met een dopje


Sommige producten lijken haastklussen van de ontwerper. Alsof er collega's voor de deur stonden, die vroegen: "Ga je mee lunchen?", waarop het antwoord dan moet zijn geweest: "Ja, ik kom eraan; ik ontwerp nog even dit!"

Onder de naam "Lunchtijd" behandel ik producten die nèt iets te weinig aandacht hebben gekregen.

USB-sticks met een dopje

Tot op de dag van vandaag worden ze nog gemaakt: USB-sticks met een dopje. Dat dopje haal je eraf bij het gebruik, waarna je het makkelijk kwijtraakt. Ik snap wel dat de eerste generatie geheugensticks een los beschermdopje had. Het was een nieuw product en nieuwe producten bevatten wel eens een foutje. Maar we zijn nu jaren verder en er zijn prima alternatieven, zoals een stick waarvan de USB-aansluiting naar buiten draait. Of, nog veel mooier, sticks waarbij je de USB-aansluiting kunt in- en uitschuiven.

USB-sticks met een touwtje aan de dop

Maar het kan nog erger: USB-sticks met een losse dop, waaraan een koord zit. Met het idee van een koordje is niets mis. Je doet het om je nek en hebt de USB-stick altijd bij de hand. Maar bevestig het koord aan het dopje in plaats van de stick en je hebt een grote misser in het ontwerp. Natuurlijk zul je het dopje op die manier niet meer kwijtraken. En je hoeft het koord niet af te doen bij het gebruik. Maar de stick zelf kun je wel verliezen. En wat is nou eigenlijk het belangrijkste onderdeel?

maandag 1 oktober 2012

Game over

En voordat ik het doorhad, veel te vroeg naar mijn idee, was het spel afgelopen. De witte deuren sloten zich achter me en een beetje bezweet stond ik in een helder licht, dat niet onplezierig was, maar zeker niet bij het spel hoorde.

"Is het echt voorbij?" ging het door mijn hoofd. Ik had nog een heleboel vragen. Er waren hele stukken van het spel waar ik niet was geweest en die me reuze interessant leken. Ik had enkele ongewone wendingen in het verhaal meegemaakt, die ik niet begreep. Ik wilde terug! Maar op een groot bord voor me stond het onverbiddelijk te lezen: mijn naam, gevolgd door de datum van vandaag en het tijdstip, tot op de duizendste seconde nauwkeurig, waarop het spel me had verlaten. Op een ander bord was te zien dat er mensen juist het spel ingingen. Voor hen begon het allemaal pas. Ik keek om me heen. Geen van mijn medespelers was hier. Zij speelden door. Wisten ze eigenlijk wel dat ik weg was?

Ik draaide me om en keek naar de deuren. Ze waren dichtbij, maar ik wist niet of ik ze kon aanraken. Ik zette een stap en toen nog één. Ze bleven op dezelfde afstand. Het verbaasde me niet, want ik lag eruit en zó makkelijk zou ik niet terug kunnen. Ik draaide me nogmaals om en keek rond. Ik stond in een witte, vredige ruimte. Er was een aangename, diffuse verlichting. Ik kon geen muren of plafond zien, dus het was er vrij groot. Toch voelde het behaaglijk.

Ik begon te lopen en kwam bij een grote, witte tafel. Naast de tafel stond een vrouw met een intens lief gezicht en engelenhaar. "Ik, eh... ik, eh... heb nog vragen...", stamelde ik. Ze glimlachte vriendelijk en wees naar een boek dat op de tafel lag. "Neem gerust uw tijd", zei ze, "Er komt straks iemand bij u".

Ik liep naar het boek en bladerde er doorheen. Ik herkende veel uit het spel en werd nieuwsgierig. Ik begon op een willekeurige pagina te lezen en viel van de ene verbazing in de andere. Hier werd het spel beschreven op een manier die zó helder was, zó duidelijk en eenvoudig, dat ik me niet kon voorstellen dat het me ooit zo moeilijk had geleken.

Ik las door en de ene na de andere vraag werd beantwoord. Alles werd me duidelijk. Wat een geweldig boek! Ik las over de onbegrijpelijke wendingen in de verhaallijn, over de personages die ik niet had begrepen en het werd duidelijk. Ik las over de onbekende delen van het spel, waar ik niet aan toegekomen was en ik snapte waaròm ik er niet aan toegekomen was.

En toen las ik over mijn medespelers. Zomaar, alles. Ik werd warm van geluk. Ik begreep ze, eindelijk. Ik wist wat ze wilden, wat ze haatten, waarvoor ze bang waren, wat ze belangrijk vonden en hoe ze gelukkig konden worden. Ik moest bijna huilen. Het was helder, het werd duidelijk. Ik wist hoe alles in elkaar zat. Zelfs waarom ik het spel had moeten verlaten. En ik had er vrede mee. Ik zou ze het liefst nog willen laten weten dat het goed was zo, maar ik snapte dat dat niet kon. Het was goed. De wetenschap dat nu alles duidelijk was, maakte mij perfect gelukkig. Ik voelde me één met deze omgeving.

Er klonk een vriendelijke stem achter me. "Wilt u mij maar volgen?"

Ik sloeg het boek dicht en mompelde: "Ja... graag."